Fish Dependence Day, 25 juli
Een rapport van nef (new economics foundation) en OCEAN2012 laat zien dat Nederland veel meer vis gebruikt dan in de EU wateren gevangen kan worden. Daarom zijn we vanaf vandaag, 25 juli, afhankelijk van vis van anderen.

De toenemende afhankelijkheid van vis van buiten de EU, toont dat we door de grote import van vis effectief overbevissing in andere landen in de hand werkenNormaal gesproken zijn visbestanden een hernieuwbare ‘bron’ die jaarlijks hersteld. Maar we halen al jaren meer vis uit onze wateren dan wordt aangevuld – dus we gaan op zoek naar de vis van anderen.
“De EU heeft een aantal van de rijkste visgronden ter wereld, maar de beleidsmakers er niet in geslaagd om op verantwoorde wijze te beheren. Wij exporteren daarom onze eigen overbevissing naar andere delen van de wereld” aldus Irene Kingma van OCEAN2012. “Deze desastreuze trend kan alleen gestopt worden als we onze zeeën weer gezond maken en visconsumptie in balans brengen met de beschikbare bronnen.”
Het rapport beschrijft hoe:
- Als we in Nederland alleen vis gevangen in EU wateren zouden gebruiken op 25 juli de vis op zou zijn en we daarna volledig afhankelijk zijn van import voor onze behoeft aan vis.
- Sinds 2000 deze Fish Dependence Day steeds vroeger in het jaar valt.
- Groei in de aquacultuursector heeft er niet voor gezorgd de steeds toenemende afhankelijkheid van vis van elders te compenseren.
- Het effect van overbevissing van de eigen bestanden door de Europese landen wordt gemaskeerd met geïmporteerde vis van over de hele wereld.
“Dit rapport benadrukt dat als mensen duurzaam gevangen vis belangrijk vinden zij er bij beleidsmakers op moeten aandringen dat zij een verantwoord visserijbeleid voorstaan. De hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid van de EU is de uitgelezen kans om de Europese visserijen weer gezond te maken.”
Voorwoord
Met de Europese visbestanden was het nog nooit zo slecht gesteld maar desondanks blijft de visconsumptie in Europa groot. Dat wij nog steeds zo veel en zelfs steeds meer vis kunnen eten, komt omdat de EU vis uit andere landen betrekt, zowel door eigen vangst in verre wateren als door import. Dit rapport gaat over de toenemende Europese afhankelijkheid van visproducten uit wateren buiten Europa. Er worden suggesties gedaan voor een meer duurzame toekomst voor de slinkende visbestanden wereldwijd.
nef (de new economics foundation) heeft geschat in hoeverre de EU als geheel en elk van de lidstaten afzonderlijk kunnen voorzien in vis voor eigen consumptie. Deze zelfvoorziening wordt gedefinieerd als het vermogen van de Europese landen om met vis uit eigen wateren aan de vraag te voldoen.
Deze mate van zelfvoorziening wordt aangegeven met een ‘fish dependence day’ (visonafhankelijkheidsdag). De datum waarop ‘fish dependance day’ valt, is gebaseerd op de totale jaarlijkse visconsumptie van een land of regio. Het is de dag waarop het land of de regio afhankelijk wordt van vis van elders omdat de eigen bestanden zijn uitgeput.
Voor de EU als geheel is deze datum vastgesteld op 9 juli – dit wil zeggen dat we voor bijna de helft van onze visconsumptie afhankelijk zijn van vis uit wateren buiten Europa. We hebben ook vastgesteld dat de ‘fish independence day’ in Europa sinds 2000 steeds vroeger in het jaar valt – inmiddels al bijna een maand eerder, wat aangeeft dat we steeds afhankelijker worden van vis uit wateren buiten Europa.
Voor lidstaten die nauwelijks of geen toegang tot Europese wateren hebben, zoals Oostenrijk, Slowakije en Slovenië, valt de dag vanzelfsprekend vroeger in het jaar. Verrassend is dat dit ook geldt voor een aantal landen die betere toegang tot Europese wateren hebben. Hieronder vallen Spanje, Portugal, Italië, Duitsland en Frankrijk, stuk voor stuk landen die meer dan de helft van hun vis uit wateren buiten Europa halen.
In onze berekeningen is ook aquacultuur (viskwekerijen) in de Europese landen meegenomen – deze groeiende bedrijfstak heeft de overexploitatie van Europese visbestanden iets weten te verlagen, maar heeft de opwaartse trend ten aanzien van visafhankelijkheid niet kunnen stoppen of keren. Als we aquacultuur buiten beschouwing laten, zou de Europese ‘fish independance day’ vervroegd worden en op 14 juni vallen; voor grote aquacultuurlanden als Spanje, Frankrijk, Italië en Griekenland zou de dag nog eens ruim een maand eerder vallen.
Vanuit het perspectief van eindige visbestanden en een groeiende bevolking is het huidige Europese model niet duurzaam. De toenemende Europese afhankelijkheid van vis heeft gevolgen voor de duurzaamheid van visbestanden in andere landen die ook overbevist zijn, en voor de gemeenschappen die ervan leven.
De belangrijkste boodschap van dit rapport is dat een toename van de visconsumptie terwijl de voorraden kleiner worden, een model is dat vanuit milieuoogpunt geen levensvatbaarheid heeft en maatschappelijk gezien onrechtvaardig is. De EU beschikt over zeer productieve wateren die de potentie hebben om op de lange termijn een stabiele hoeveelheid vis en banen op te leveren en dan ook andere gerelateerde maatschappelijke en economische voordelen met zich mee te brengen maar alleen als de visbestanden verantwoord worden beheerd.
De hervorming van het Europese Gemeenschappelijke Visserijbeleid (GVB) vormt een unieke gelegenheid om hier een structuur voor neer te zetten zodat het tij kan worden gekeerd. Om het beheer van de Europese mariene visgronden te hervormen moet het nieuwe GVB een kader vormen waarin mariene ecosystemen weer gezond kunnen worden en de visgronden internationaal op een eerlijke manier worden toegewezen.
Om dat te bereiken moeten minimaal de volgende stappen worden genomen.
- De capaciteit verkleinen zodat deze weer is afgestemd op de beschikbare visgronden; het verzamelen van gegevens, de transparantie en de verslaggeving verbeteren; en prioriteit geven aan wetenschappelijk advies bij het vaststellen van de vangstquota.
- Een context creëren waarin winstgevend werken op één lijn staat met ‘juist handelen’ door de toegang tot visgronden te koppelen aan maatschappelijke en milieucriteria.
- Verantwoord vis eten bevorderen bij alle consumenten in Europa en maatregelen implementeren die leiden tot een meer verantwoorde vorm van vissen in wateren buiten de EU.
- Met behulp van publieke gelden voordelen op maatschappelijk en milieuvlak creëren door te investeren in milieugerelateerde constructieve maatregelen, onderzoek en betrokkenheid van belanghebbenden en het opleggen van duurzame quota en praktijken. Deze doelstellingen zijn in strijd met de huidige subsidies voor overcapaciteit van de vissersvloot, het moderniseren van vaartuigen en het gebrek aan controle op overbevissing zoals toegang tot visbestanden.
Om het tij te keren moeten beleidsmakers verder kijken dan de kosten op de korte termijn die voortvloeien uit de hervormingen, en prioriteit gevan aan de voordelen die gezonden mariene visgronden op de lange termijn met zich mee brengen.